donderdag 14 april 2011

Bibliotheek schoolvoorbeeld integraal ontwerpen

SPIJKENISSE - Met een pakket slimme, technische maatregelen krijgt de nieuwe openbare bibliotheek van Spijkenisse een energie-efficiënte klimaatbeheersing. Veel zal de boekenliefhebber er niet van merken; alle techniek wordt zorgvuldig weggewerkt. “Een schoolvoorbeeld van integraal ontwerpen”, zegt Peter Loggere hoofd Adviesgroep binnenmilieu & energie van Arcadis.
De binnenruimte van de bibliotheek is inmiddels goed zichtbaar. Het ontwerp van MVRDV voorziet in gestapelde betonnen vloervelden die naar boven toe steeds kleiner worden en veel weg hebben van een piramide. Over het houten skelet wordt de komende maanden een glazen stolp gezet. Deze transparante gevelschil vereist een klimaatgecontroleerde binnenruimte.

Het gebouw wordt gerealiseerd door VORM Bouw.

Het technisch ontwerp van Arcadis dateert al van 2003 en is in de loop der tijd niet aangepast. Met een epc-score van 0,7 voldoet het gebouw ruimschoots aan de eisen voor energieprestaties. “Dit energieconcept is nog altijd state of the art. Zo’n glazen schil stelt specifieke eisen aan de klimaatbeheersing. Door slimme, geïntegreerde, duurzame maatregelen realiseren we een kwalitatief goed binnenklimaat en minimaal energieverbruik. We maken zo veel mogelijk gebruik van natuurlijke bronnen”, licht Loggere toe.

Het gebouw wordt zoveel mogelijk op natuurlijke wijze geventileerd. “We hebben gekeken hoe we de glazen kap optimaal kunnen gebruiken. Zomers vangt het dubbele glas de eerste warmte op. Aan de binnenzijde komt zonwering, overtollige warmte wordt via natuurlijke trek, geholpen door winddruk, naar boven afgevoerd. Een weerstation in de nok van het gebouw stuurt automatisch de zonwering, de raamopeningen en de klimaatinstallatie aan.”

Warmte-koude opslag

De bibliotheek heeft ook vloerverwarming/koeling met geconditioneerde toevoer van ventilatielucht (verdringingsventilatie). Op 125 meter diepte bevindt zich een warmte-koude opslagsysteem.

Koeling van lucht gebeurt onder andere door indirect adiabatische koeling, koeling door verneveling van water. De afgekoelde retourlucht neemt vervolgens in de warmtewisselaar overtollige warmte op uit de verse toevoerlucht.

Bijextreem hoge temperaturen vindt additionele koeling van de toevoerlucht plaats met een koelbatterij die wordt gevoed met in de bodem opgeslagen koude. In een ondergronds reservoir wordt regenwater opgevangen dat na filtering ook wordt gebruikt voor spoeling, schoonmaakwerkzaamheden en besproeien. Het permanent werkende ventilatiesysteem van de garage is voorzien van drycoolers, water/lucht warmtewisselaars waarin koudere omgevingslucht, voortgestuwd door ventilatoren, water koelt.

PCM
Destijds koos Arcadis al voor vernieuwende technieken. Zo komen in de plafonds van de binnenruimten, waaronder de kantoren op de begane grond, fase omzettingsmaterialen, (phase changing materials, pcm’s). “Met deze techniek verhogen we de effectieve thermische massa van het gebouw en verplaatsen we een deel van de koeling naar de nacht.”

Het hele pakket aan technische voorzieningen doet geen afbreuk aan de architectuur. Alle techniek – zoals roosters en kanaalwerk – is onzichtbaar in het gebouw weggewerkt. De luchtbehandelingsinstallatie is verborgen in de twee-laagse ondergrondse parkeergarage. Loggere: “Dit is een schoolvoorbeeld van integraal ontwerpen. Met minimale meerkosten, binnen de marge van de aanbesteding, hebben we een uiterst energie-efficiënt klimaatsysteem gerealiseerd.”

Publicatie datum: 12-04-2011 17:35 Milieu

woensdag 13 april 2011

Start nieuwe winkel ongelimiteerd

7 april 2011, 1:00 uur | Het Financieele Dagblad

Door: Haverkate, I.
Bescherming bestaande ondernemingen na uitspraak EU-hof definitief van de baan

Iskander Haverkate

Nog steeds wordt bij het verlenen van vergunningen voor de vestiging van (grote) winkels geëist dat wordt onderzocht wat de effecten zijn van de komst van nieuwe detailhandel op de bestaande detailhandel. Maar op basis van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie mogen deze effecten bij de vestiging van winkels geen rol spelen. Dit zal doorklinken in de Nederlandse rechtspraak.

Tal van regelingen van Rijk, provincies en gemeenten nemen onverminderd als uitgangspunt dat nieuwe detailhandel niet ten koste mag gaan van de bestaande detailhandel. Winkels in het centrum worden vaak op die manier beschermd. In de praktijk gebruiken vooral bestaande winkeliers dergelijke argumenten om nieuwe vestigingen van concurrenten te weren.
Deze marktonderzoeken zijn volgens vaste rechtspraak van de hoogste bestuursrechter, de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, nog steeds gerechtvaardigd. De afdeling benadert deze kwestie vanuit het oogpunt van consumentenbescherming. Er mogen door de komst van nieuwe winkels niet zoveel bestaande winkels sluiten dat inwoners niet meer op een acceptabele afstand hun inkopen kunnen doen. Volgens de raad spelen belangen van zittende concurrenten geen rol.
Nederland is het niet enige land waarin deze problematiek speelt. Op 24 maart 2011 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie uitspraak gedaan in een zaak van de Europese Commissie tegen Spanje. Het Europese hof heeft een aantal nationale en regionale vestigingsregels in strijd met de vrijheid van vestiging geacht. Het betrof hier ook regels die als uitgangspunt hebben dat moet worden onderzocht of er voldoende marktruimte is voor de vestiging van nieuwe winkels. Ook het effect op de bestaande winkelstructuur moet worden onderzocht.

Spanje heeft zich verweerd door te stellen dat verplichte onderzoeken en de daaruit voortvloeiende beperkingen gerechtvaardigd zijn vanuit het oogpunt van consumentenbescherming. Het EU-hof heeft dat argument met de grond gelijk gemaakt. Rekening houden met de al aanwezige voorzieningen en het effect van nieuwe winkels op de bestaande structuur van het gebied hebben betrekking op de gevolgen voor de bestaande handel en de structuur van de markt, niet op consumentenbescherming.
Datzelfde geldt volgens het hof voor het laten opmaken van een rapport over de vestigingsdichtheid en het toepassen van maxima voor vestigingsdichtheid en het effect op de bestaande detailhandel. Dergelijke overwegingen worden door het hof als zuiver economisch beoordeeld. Zij vormen geen rechtvaardiging voor beperkingen in de vestiging van nieuwe winkels.

Het standpunt van het hof laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Onderzoeken naar beschikbare marktruimte en het effect van nieuwe winkels op de bestaande winkels zijn gebaseerd op zuiver economische overwegingen, niet op consumentenbescherming. De rechtspraak van de hoogste bestuursrechter zal daarop moeten worden aangepast. Discussies over marktonderzoeken, beschikbare marktruimte en de effecten van de komst van nieuwe winkels op de bestaande winkels behoren definitief tot het verleden.

dinsdag 5 april 2011

Duurzaam renoveren van bestaande kantoren levert gebruikers veel energiewinst op

4 april 2011 | Het Financieele Dagblad

Door: Verbeek, J.
 
Duurzaam renoveren van bestaande kantoren levert gebruikers veel energiewinst op

De drieduizend medewerkers van het hoofdkantoor van Deutsche Bank in Frankfurt zitten, na drie jaar elders te hebben gewerkt, weer in hun vertrouwde omgeving. Na een ingrijpende renovatie zijn de twee karakteristieke torens, 'Debet' en 'Credit' in de volksmond, opgeleverd en kunnen de bankiers weer achter hun bureau plaatsnemen.
Het resultaat van de verbouwing is van buiten eigenlijk niet goed te zien. De façade is vrijwel intact gebleven. Maar het interieur is grondig verbouwd. 'Uitgangspunt van de renovatie was dat we er een echt duurzaam gebouw van wilden maken', zegt Nils Noack van de bank.
De modernisering van het oude hoofdkantoor, dat in 1984 is gebouwd, is een geslaagd voorbeeld van een metamorfose van een gewoon kantoor tot een 'green building'. De verbouwing van Deutsche Bank werd uitvoerig besproken op een onlangs gehouden vastgoedcongres in Maastricht, 'Green Building Finance and Investments'. Op dat thema waren tweehonderd professionals samengekomen, afkomstig van vastgoedbedrijven, beleggingsfondsen en universiteiten.
Het hoofdkantoor van Deutsche Bank telt 100.000 m2 aan kantoren en voorzieningen. Deutsche Bank heeft nu een volledig 'groene' infrastructuur. Er wordt gebruikgemaakt van natuurlijke beluchting en de warmte die vrijkomt bij de koeling van de ruimtes wordt opnieuw gebruikt. Door deze en andere aanpassingen is er op 300 dagen van het jaar geen externe verwarming meer nodig. 'En alle ramen kunnen nog open ook', zegt Noack. 'Dat vinden de medewerkers belangrijk.'
De transformatie tot duurzame kantoortorens is nog maar net afgerond. Bij de renovatie vertolkte het installatiebedrijf Imtech een hoofdrol. Het Nederlandse bedrijf heeft het gebouw onder meer voorzien van energiezuinige verwarming, ventilatie en airconditioning, ICT-infrastructuur en intelligente verlichting.
De komende maanden moet blijken of het energieverbruik in Frankfurt inderdaad drastisch daalt. Volgens berekeningen vooraf daalt het watergebruik met ten minste 40%. 'In de nieuwe opzet huisvest het gebouw 20% meer werknemers, maar daalt het gemiddelde energieverbruik per werknemer naar verwachting met bijna 90%', stelt Noack met tevredenheid.
Over de hoogte van de investering wil de bank niets zeggen. Wel geeft zij een indicatie van de terugverdientijd: 'Bij ongewijzigde energieprijzen hebben we de investering er binnen twaalf tot vijftien jaar uit. De resterende tien jaar dat wij het gebouw zullen gebruiken, levert dus pure winst op.'
Vastgoedeigenaren en gebruikers zijn redelijk positief over de kansen om bestaande kantoren duurzaam te verbouwen, zo bleek op het congres in Maastricht. Zeker als de leegstand van kantoren een structureel karakter heeft, zoals in Nederland.
Maar ook vanuit de visie dat energiebronnen schaars zijn en dat een goede klimaatbeheersing energie bespaart, zijn maatregelen gewenst. Gebouwen zijn notoire energiegebruikers, zo blijkt uit diverse studies. Bijna 40% van de wereldwijde energiebehoefte wordt aangewend voor verlichting van bedrijfsgebouwen en kantoren, voor verwarming, ventilatie en het gebruik van liften. Door het installeren van smartmeters, energiezuinige verlichting en gebruik van zonnecollectoren kan de energierekening flink omlaag.
Investeren in duurzame renovatie loont, zegt Piet Eichholtz, professor aan de universiteit van Maastricht. Uit onderzoek van de Limburgse universiteit in de Verenigde Staten blijkt dat groene kantoorgebouwen gemakkelijker te verhuren zijn dan de meeste andere kantoren. Ze hebben gemiddeld een betere bezettingsgraad en kunnen een hogere huur vragen. De waarde van de panden ligt gemiddeld 16% boven die van andere gebouwen. De verschillen in huurprijs en waarde van het kantoorgebouw treden op, zonder dat er sprake is van een krachtig stimuleringsbeleid door de overheid.
Duurzaam renoveren wordt daarmee aantrekkelijk voor professionele vastgoedbeleggers. In die sector zijn al wat bewegingen zichtbaar. Zo gaan elf van 's werelds grootste pensioenbeleggers, goed voor $1400 mrd aan beleggingen, de duurzaamheid van vastgoedbeleggingen jaarlijks meten. Doel is onder meer de transparantie in de sector te vergroten en de CO2-uitstoot te beperken.
Probleem is alleen dat het opknappen van bestaande gebouwen en het beter afstellen van installaties een kostbare zaak is. Wie neemt deze investeringen op zich? Er is een aantal mogelijkheden.
Traditioneel nemen de leveranciers van energiebesparende apparatuur, zoals General Electric en Siemens, een deel van de investering voor hun rekening. Zij nemen de aanschafprijs deels op hun eigen balans. Het aantrekken van externe financiers voor duurzaam bouwen is wel mogelijk, maar verloopt in Europa nog moeizaam.
Ook de Nederlandse Rijksgebouwendienst voert een actief beleid van energiebesparing. De rijksinstelling is de grootste eindgebruiker van gebouwen in Nederland. Soms is de Rijksgebouwendienst de eigenaar, soms treedt zij op als huurder. Het gaat om in totaal tweeduizend panden.
Een van de 'groene' doelen is om het gemiddelde energiegebruik het komende decennium met 2% per jaar te verminderen, vertelt directeur Alex Vermeulen van de Rijksgebouwendienst. Hij ziet veel 'laaghangend fruit'. Vermeulen bepleit een scherpe controle op en afstelling van apparatuur voor verwarming en luchtbehandeling. Met betere regeling van klimaatinstallaties is makkelijk een energiewinst van 10% tot 30% per jaar te behalen.
Het te huren gebouw moet tegenwoordig ook een hoog energielabel hebben. De markt moet eventuele tekortkomingen zelf maar oplossen, stelt Vermeulen. Hij zegt dat er grote veranderingen op til zijn. Nogal wat panden uit de portfolio van de Rijksgebouwendienst voldoen niet aan de toekomstige milieu-eisen. Zijn dienst zal daarom de komende jaren van veel panden afscheid nemen.

Groen bouwen

Kanttekening
Een terugkerend probleem bij de financiering van energiebesparende maatregelen is de zogeheten split incentive. De eigenaar van een kantoorpand dat wordt opgeknapt, neemt een groot deel van de investeringen voor zijn rekening. Maar de zittende huurder profiteert in de praktijk het meest van die maatregelen. De verrekening van het voordeel is een lastig traject.